Onze Ambitie

De provincie zorgt samen met andere overheden voor een goede ruimtelijke inrichting van Noord-Holland. Diverse functies vragen in Noord-Holland om ruimte. De provincie bekijkt deze vragen in samenhang, maakt ruimtelijk beleid en coördineert bij vraagstukken die de gemeentegrenzen overstijgen.
De sturingsfilosofie van de provincie is gebaseerd op de Omgevingswet: lokaal wat kan en regionaal wat moet. Dit is vastgelegd in het Coalitieakkoord 2019-2023 ‘Duurzaam doorpakken!’. In de provinciale Omgevingsvisie NH2050 staat de langetermijnvisie van Provinciale Staten van Noord-Holland op de fysieke leefomgeving. De Omgevingsvisie NH2050 vormt het strategische langetermijnbeleid van de provincie Noord-Holland. De hoofdambitie van de Omgevingsvisie NH2050 is zorgen voor balans in Noord-Holland tussen economische groei en leefbaarheid. Een belangrijk aspect van de leefbaarheid is een goede kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Om deze te borgen hanteert de provincie basisrandvoorwaarden voor gezondheid, veiligheid en klimaatadaptatie. Daarnaast gelden generieke ontwikkelprincipes voor landschap, natuurinclusiviteit, clustering van activiteiten en samenhang tussen de bovengrond en de ondergrond.
Voor wat betreft de hoofdambities uit onze Omgevingsvisie is de provincie medeafhankelijk van de keuzes die het Rijk voor de toekomstige ontwikkeling van de luchtvaart in het algemeen, en de ontwikkeling van Schiphol in het bijzonder maakt. De sectorale luchtvaartwet- en regelgeving is daarbij kaderstellend (LIB, hoogtebeperkingen, radardekking).
De aanwezigheid en het gebruik van de luchthaven Schiphol heeft een grote ruimtelijke impact. De ruimtelijke consequenties van keuzes in de luchtvaart dienen daarom scherp in beeld te worden gebracht en in een integrale afweging te worden betrokken.
De hoofddoelen op het gebied van water zijn het beschermen tegen overstromingen en het duurzaam gebruik van water voor verschillende doeleinden. De beide hoofddoelen sluiten aan op de doelen van twee belangrijke Europese richtlijnen: de ROR (Richtlijn Overstromingsrisico’s) en de KRW (Kaderrichtlijn Water).
Bij het beschermen tegen overstromingen staan drie elementen centraal:

1. primaire en regionale keringen die aan de wettelijke norm voldoen,
2. een robuuste ruimtelijke inrichting,
3. effectieve calamiteitenplannen.

Bij een duurzaam gebruik van het water gaat het om een zorgvuldig beheer van grond- en oppervlaktewater. Een goede waterkwaliteit en het voorkómen van verdroging en verzilting zijn hierbij belangrijke aandachtspunten.
Klimaatverandering en maatschappelijke opgaven als de energietransitie, biodiversiteit en woningbouwopgave maken aanpassing, versnelling of intensivering van het waterbeleid op een aantal aspecten nodig. Bij het versterken van primaire waterkeringen wordt ingezet op: adaptieve versterkingsoplossingen die daarmee tegen lagere kosten uitbreidbaar zijn bij een klimaatverandering, op het toevoegen van extra ruimtelijke kwaliteit aan de dijk en de directe omgeving van de dijk. Hiervoor worden de middelen ingezet uit de Reserve meekoppelkansen dijkversterkingen en kustontwikkeling.
De provincie werkt samen met gemeenten, veiligheidsregio’s en waterschappen in het verkrijgen van meer inzicht in vitale en kwetsbare infrastructuur. Eigen netwerken (onder andere wegen en kanalen) worden beoordeeld op klimaatbestendigheid.