Toelichting
De Wet natuurbescherming geeft de provincie Noord-Holland een aantal taken en bevoegdheden die hierna worden toegelicht.
Natura 2000-gebieden
In Noord-Holland liggen negentien Natura 2000-gebieden . Inmiddels is voor elk van deze gebieden een Natura 2000-beheerplan vastgesteld en zullen sommige beheerplannen worden geactualiseerd. Initiatieven in of nabij Natura 2000-gebieden die negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurdoelen van deze gebieden (bijvoorbeeld vanwege de neerslag van stikstof, licht- of geluidhinder of bouwwerkzaamheden), zijn alleen toegestaan als hiervoor door de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord, namens de provincie, een vergunning is verleend.
Faunabeheer
De Wet natuurbescherming verbiedt het doden of verstoren van beschermde dieren. Tegelijkertijd kunnen beschermde dieren soms problemen veroorzaken. De provincie kan dan een vrijstelling of ontheffing verlenen op dit verbod. Hierbij zoekt de provincie steeds een balans tussen de instandhouding van een populatie en bescherming van de intrinsieke waarde van dieren enerzijds, en maatschappelijke belangen zoals volksgezondheid, openbare veiligheid en het tegengaan van belangrijke schade aan gewassen of flora en fauna, anderzijds. Deze ontheffingsverlening gebeurt door de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord, die zich hierbij baseert op verordeningen en beleidsregels die door de provincie zijn vastgesteld. Het faunabeheer zelf wordt uitgevoerd door de partijen die zijn verenigd in de Faunabeheereenheid Noord-Holland .
Voor de meeste soorten gebeurt het faunabeheer op basis van een faunabeheerplan dat de Faunabeheereenheid maakt en dat door Gedeputeerde Staten wordt beoordeeld.
Soortenbescherming en bestrijding van invasieve exoten
De provincie is verantwoordelijk voor de zogenoemde ‘passieve’ en ‘actieve’ soortenbescherming. Passieve soortenbescherming betekent dat bijvoorbeeld een ontheffing nodig is voor het verstoren van vleermuizen bij het renoveren van een gebouw. De provincie werkt in 2022 aan de uitvoering van verschillende proefprojecten waarin met gemeenten gezamenlijk een aanpak voor gebiedsgerichte ontheffingen, op basis van soortmanagementplannen wordt uitgewerkt. Deze proefprojecten zijn er op gericht om in de praktijk te toetsen of hiermee inderdaad de administratieve lasten van bijvoorbeeld grootschalige renovaties in het kader van de energietransitie verminderen. Actieve soortenbescherming is het nemen van maatregelen voor het behoud en herstel van beschermde soorten, zoals de ‘rode-lijstsoorten ’ en hun leefgebied. Dit doet de provincie bij onze werkzaamheden in het NNN, Natura 2000-gebieden en het (agrarisch) natuurbeheer. Ook daarbuiten ontwikkelt de provincie, in lijn met het Masterplan biodiversiteit, projecten voor soorten waarvoor Noord-Holland een bijzondere verantwoordelijkheid heeft, zoals tengere distel, kwabaal, locomotiefje.
Sinds augustus 2016 geldt een Europees verbod op bezit, handel, kweek, transport en import van een aantal uitheemse planten en dieren: zogenoemde invasieve exoten. Deze soorten vormen een bedreiging voor andere dieren en plantensoorten en kunnen daardoor schadelijk zijn voor de biodiversiteit. De provincie werkt aan de bestrijding van invasieve exoten, zoals de waterplanten watercrassula en cabomba en de vogels rosse stekelstaart en nijlgans.
Dierenwelzijn
De provincie werkt op verschillende manieren aan het bevorderen van dierenwelzijn. In algemene zin kent de Wet natuurbescherming een zorgplicht voor dieren. Dit houdt in dat een ieder verplicht is de nodige zorg te verlenen als een dier hulpbehoevend is. Daarnaast bevorderen we dierenwelzijn op een actieve manier, bijvoorbeeld door de financiële ondersteuning van opvangcentra voor wilde dieren. In de Voedselvisie 2020-2030 staan de kansen en uitdagingen om te komen tot een duurzaam voedselsysteem. Onderdeel hiervan is ook het bevorderen van dierenwelzijn (bijv. zo natuurlijk mogelijk houden van dieren via regeneratieve landbouw).
Los van de specifieke inzet in de portefeuilles natuur en landbouw is dierenwelzijn onderwerp van gesprek bij al onze beleidsontwikkeling. Een mooi voorbeeld is dat wij met evenementenorganisaties afspraken maken over (verbetering van) dierenwelzijn tijdens de gesponsorde evenementen en dat we ook bij de oprichting van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij aandacht hebben voor (beperking van aantasting van) dierenwelzijn. Wanneer het aantasten van dierenwelzijn desondanks onvermijdelijk is – bijvoorbeeld bij de bestrijding van gewasschade door ganzen – verplichten wij in onze ontheffingen het gebruik van de laatste wetenschappelijke inzichten over methoden die het dierenwelzijn zo min mogelijk aantasten.