Toelichting
In de Wet natuurbescherming staat dat de verantwoordelijkheid voor het tegengaan van faunaschade bij de grondgebruiker ligt. De Wet natuurbescherming verlangt dat een grondgebruiker alles in het werk stelt om faunaschade te voorkomen of te beperken. Als de overheid de grondgebruiker echter beperkt in het adequaat voorkomen van faunaschade, bijvoorbeeld vanwege beperkte mogelijkheid tot verjaging (met ondersteunend afschot), dan bepaalt de wet dat daar een redelijke tegemoetkoming tegenover moet staan. Er is dus een verband tussen de door de overheid toegestane maatregelen om faunaschade te voorkomen en de faunaschade die de overheid vergoedt. Conform de afspraken in het coalitieakkoord ‘Duurzaam doorpakken!’ is in 2021 het eigen risico van grondgebruikers bij faunaschade door ganzen van 5% naar 20% verhoogd. Dit betreft de vergoeding van de faunaschade door ganzen in gebieden waar geen belemmeringen zijn voor de bescherming van agrarische gewassen. Agrariërs hebben hier voldoende mogelijkheden om schade te bestrijden zoals door middel van verjaging met ondersteunend afschot en het rapen van eieren (nestbehandeling). Daarnaast zetten we in op gecoördineerd populatiebeheer, gericht om de populatie overzomerende ganzen omlaag te brengen. De verwachting is dat de totale schadecompensatie hiermee omlaag gebracht wordt. We gaan voor de komende jaren vooralsnog uit van € 6 miljoen aan tegemoetkomingen in faunaschade. In de hiernavolgende jaren kunnen we de ramingen mogelijk nauwkeuriger aanpassen aan de hand van de ervaringen met de in 2021 gewijzigde beleidsregel.